Door welke bril kijk jij?
Bekijk een vraagstuk, een lastige situatie of een incident vanuit verschillende gezichtspunten. Verplaats je in de rol van de verschillende betrokken partijen.
Door verschillende brillen met elkaar te delen en te verbinden, ontstaat er een bredere kijk op de situatie, meer begrip voor het standpunt van anderen en een beter beeld van kansen, mogelijkheden en oplossingen.
Praktisch
Aantal deelnemers: min. 5- max. 15
Duur: 90 à 120 minuten
Materiaal:
- Download de template voor de brillen hieronder. Print op stevig papier evenveel brillen als er gespreksleden zijn en knip ze uit.
- Flipover
- Stiften
- 6 bolletjesstickers per persoon
Opwarmers
Werkwijze
Stap 1: Verzamel de situaties die men wil bespreken
De deelnemers brengen elk kort één concrete situatie uit het werk die hen op één of andere manier raakte, verbaasde, verwarde of zelfs choqueerde. Deze situatie houdt hen nu nog bezig.
Ze geven aan hoe dringend ze het vinden om dit te bespreken. Ze scoren hun situatie van 1 tot 5, waarbij 5 ‘hoogdringend’ betekent.
Stap 2: De groep kiest één situatie om te bespreken
Hou rekening met de score. Dringende zaken krijgen voorrang.
Stap 3: Laat de inbrenger zonder onderbreken de situatie gedetailleerd vertellen
Stap 4. De anderen mogen diepgaander vragen stellen
Ze doen dat zonder interpretatie, oordeel, suggestiviteit of betekenisverlening. Tracht samen de context, de verschillende betrokkenen, de beïnvloedende factoren en de verschillende stappen duidelijk te krijgen.
Volgende richtvragen helpen. Noteer ze op een flap:
- Wie?
- Wat?
- Hoe?
- Waar?
- Wanneer?
- Waarom?
- Waarmee?
- Waartoe?
- Hoeveel?
- Welke?
Bevraag zowel de inhoud als het proces.
Neem voldoende tijd voor deze stap. Check op het einde of alle vragen gesteld zijn en koppel de antwoorden op de bovenstaande vragen kort terug naar de inbrenger.
Stap 5: Laat de inbrenger samenvatten waarom hij deze situatie gekozen heeft en wat hij verlangt voor de toekomst
Dit kan door de vragenronde al wat anders zijn dan in het begin van de oefening.
Stap 6: Formuleer de samenvatting en het verlangen voor de toekomst tot een positieve leervraag
Schrijf ze op een flap.
Stap 7: Inventariseer met de groep wie de betrokken partijen zijn
Denk aan de cliënt(en), de doorverwijzer, de maatschappelijk werker, de ouder/familie, de collega’s, de leidinggevende, de therapeut, de stagiair, de organisatie, de theorie, de buurt, de maatschappij, directie...
Schrijf elke partij op een papieren bril.
Stap 8. Verdeel de brillen over de aanwezigen
Zorg daarbij dat iedereen een andere rol krijgt dan zijn eigen rol.
Stap 9. Ieder denkt vanuit zijn bril
Vraag iedereen om met de eigen bril naar het vraagstuk te kijken en enkel vanuit deze bril antwoorden te formuleren en ideeën te verzamelen.
Inventariseer op de flipover vanuit elke rol meningen, zorgen en kansen. Zet de zorgen in een vak met −/− erboven, de kansen in een vak met +/+ erboven.
Stap 10. Iedereen stapt uit zijn rol en gaat samen na hoe je de zorgen en valkuilen kan omzetten in kansen en mogelijkheden
Hoe worden minnen plussen? Formuleer een aantal oplossingen.
Stap 11: Bepaal de prioriteit van oplossingen
Laat iedereen zijn 6 stickers verdelen over zijn favoriete oplossing(en).
Stap 12. Ga op zoek naar acties om de oplossing met de meeste stickers te realiseren
Stap 13. Ieder zet opnieuw zijn bril op en geeft aan hoe hij tegen de oplossing en kansen aankijkt, welk gevoel dat geeft
Spelregels
Creëer een veilige sfeer zodat niemand zich geremd voelt om elke rol eerlijk te spelen. Geef aan dat mensen er niet op afgerekend worden.
Variant
Zet in stap 8 met de ganse groep dezelfde bril op en wissel geregeld van bril.