Risico’s op agressief gedrag bij je doelgroep
Er zijn specifieke eigenschappen die soms een verhoogd risico op agressief gedrag vormen. Leer ze kennen, stem je omgang met je cliënt, klant of deelnemer erop af en verklein de kans op agressief gedrag.
Lichamelijke risicofactoren
- Biologische factoren: genetisch, hormonaal, neurofysiologisch…
- Lichamelijke factoren: pijn, basisbehoeften, infecties, bloedsuiker…
- Middelengebruik: medicatie, alcohol, drugs
De psychische risicofactoren
- Frustratie tolerantie
- Zelfregulerend vermogen
- Impulscontrole
- Gemoedstoestand
- Zelfbeeld
- Perspectief
- Inzicht, introspectief vermogen
- Communicatieve vaardigheden
- Probleemoplossende vaardigheden
- Gewelddadige denkbeelden
- Mate van afhankelijkheid
- Psychiatrisch ziektebeeld
Sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling
Naarmate de leeftijd vordert, ontwikkelt een individu op sociaal, emotioneel en cognitief vlak. Bij bepaalde leeftijden horen niveaus van emotionele, sociale en cognitieve ontwikkeling. Bij sommige mensen loopt die ontwikkeling vertraging op of verloopt die ontwikkeling niet harmonisch. Dan loop je het risico dat je ze overvraagt en overschat. Dat zorgt voor frustratie, woede of zelfs agressief gedrag.
Eerder opgedane ervaringen
Iedereen, hoe jong ook, draagt een rugzak mee. Daarin zit alles wat die persoon uniek maakt. Ervaringen uit het verleden maken daar deel van uit. Sommige ervaringen oefenen zo’n invloed uit op iemands huidig functioneren dat ze interactie met anderen bemoeilijken. Ze kunnen aanleiding zijn tot: wantrouwen, angst, conflict, woede of agressief gedrag. Denk aan traumatische en angstige ervaringen. Of een verleden van agressie en geweld als dader en/of als slachtoffer.