Krijg zicht op sterktes en risicofactoren bij je doelgroep
Met een grondige anamnese en beeldvorming leer je de persoon echt kennen. Je weet wat die heeft meegemaakt, wat diens sterktes en noden zijn en welke issues en risico’s er spelen.
Doe dit al van bij de start van de begeleiding en blijf deze kennis aanvullen gedurende het hele traject. Zo kan je traumasensitief werken en bied je preventie op maat.
Bij de opname/aanwerving
Laat je cliënt/klant/doelgroepmedewerker vertellen over hun belangrijkste ervaringen en wat die voor hen betekenen. Hun verhalen en ervaringskennis bevatten aanknopingspunten en hints die je anders niet zou kennen. Vraag met hun toestemming informatie op bij hun naasten en bij andere betrokken zorgverleners.
Zorg al van bij de start voor een grondige anamnese met in het bijzonder aandacht voor volgende aspecten:
- Cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling, met specifieke aandacht voor emotie-regulerende vaardigheden van de gebruiker.
- Trauma’s en geweldervaringen in het verleden en de verwerking hiervan.
- Eventuele eerdere ervaringen met escalatie of agressief gedrag. Als je weet welke factoren, stressoren en triggers bijdragen aan spanning, escalatie of agressief gedrag bij een persoon, kan je je benadering aanpassen om escalatie te voorkomen.
- De beleving van eventueel ervaren vrijheidsbeperkende maatregelen en in het bijzonder van afzondering en fixatie in het verleden. Ga in dialoog over voorkeuren en afkeuren van afzondering en fixatie
- Huidige stressoren in het leven van de persoon.
- Communicatieve signalen.
- Sterktes, dromen, hobby’s en interesses van de persoon. Hier kan je op voortbouwen en bieden aanknopingspunten in moeilijke situaties.
Gedrags- en emotionele problemen zijn vaak een uiting van pijn en/of angst. Ingrijpende ervaringen en trauma liggen vaak aan de basis. Ze verstoren de basisveiligheid en de gehechtheid en sturen zo het stress-systeem in de war.
Maar als dit niet adequaat wordt herkend en behandeld, zal de behandeling niet effectief zijn. Integendeel, vaak leidt dit tot een opschaling van zorg waarbij nog meer gedragsproblemen kunnen ontstaan en er vanuit de omgeving opnieuw nog meer controle volgt. Dit leidt tot een negatieve vicieuze cirkel en zorgt voor nieuwe traumatische ervaringen.
Het achterhalen van traumatische ervaringen is daarom essentieel alvorens diagnoses te stellen.
Trauma-geïnformeerde zorg wil zeggen dat je de zorg en bejegening goed afstemt op de persoon rekening houdend met diens kwetsbaarheden, gevoeligheden en risico’s. Dit werkt preventief voor onrust, en dus voor eventuele crisis, escalatie, agressie of conflict. Deze kennis is ook zeer belangrijk om goede zorg te kunnen leveren tijdens toepassen van afzondering of fixatie, mocht het ooit tot dat punt komen.
Tijdens de begeleiding/tewerkstelling
Blijf gedurende de hele begeleiding/tewerkstelling regelmatig in gesprek gaan om de beeldvorming en de samenwerking te verdiepen, kwetsbaarheden en risico’s in te schatten en maatwerk te leveren.
Breng ook regelmatig de frustraties en de signalen van je zorggebruiker in kaart. Bevraag en observeer. Als je weet hoe iemand graag wordt aangesproken en wat hem of haar helpt bij stijgende spanning, kan je het risico op spanningsopbouw aanzienlijk helpen verminderen.
Een gepersonaliseerde aanpak maakt dat de persoon zich begrepen en gerespecteerd voelt. Dat helpt om gevoelens van frustratie of onmacht te verminderen en zo spanning, escalatie en agressief gedrag te voorkomen.
Stel zo nodig, liefst samen met de zorggebruiker, een signaleringsplan op om vroegtijdig signalen van oplopende spanning te herkennen. Dit geeft zowel de persoon zelf als diens omgeving de kans om preventief op te treden, bijvoorbeeld door hem of haar rust te geven, de omgeving aan te passen of specifieke ontspanningstechnieken in te zetten. Door tijdig in te grijpen, kan de spanning zakken en de situatie worden ontmijnd.
Om de persoon waar je mee werkt beter te leren kennen zijn regelmatige en goede contacten met belangrijke naasten belangrijk. Zij kennen de persoon vaak het best en hebben tips die ondersteunend, stress- en agressieverminderend werken. Geef hen, mits toestemming, inbreng en een plaats in de beeldvorming, het (be)handelingsplan en het signaleringsplan.
Betrek hen in activiteiten. En durf hun hulp inroepen als het moeilijk loopt of als er één op één begeleiding nodig is. Zeker als je hiermee vrijheidsbeperking kan voorkomen. Contact met naasten of hun aanwezigheid kan rustgevend werken voor iemand die spanning ervaart.
“Hoe beter je de persoon kent, hoe beter je weet wat die nodig heeft en hoe beter je kan reageren”
Systematische observatie en risico-inschatting
Voor specifieke doelgroepen bestaan er instrumenten voor systematische observatie en risicotaxatie die ondersteunend werken bij het verminderen van agressie-incidenten.
Let wel:
- Het gebruik hiervan vraagt gedegen opleiding en training en tijd voor het uitvoeren en interpreteren ervan.
- Vaak hangt er ook een prijskaartje aan vast.
- Bovendien vraag het werken met deze instrumenten een stevig risicomanagementsysteem, zodat er met de observaties en taxaties ook echt iets gebeurt en er passende maatregelen worden getroffen.
Instrumenten hiervoor zijn o.a.:
- OSAB - Observation Scale for Aggressive Behavior. Dit is een observatieschaal uit de Forensische psychiatrie rond verschillende aspecten van agressief en sociaal competent gedrag gedurende de afgelopen week.
- START:AV - Short-Term Assessment of Risk and Treatability: Adolescenten Versie.. Dit instrument beoordeelt zowel het risico op dader- als slachtofferschap bij adolescenten met een psychische problematiek.
- SAVRY - Structured Assessment of Violence Risk in Youth. Dit instrument beoordeelt historische, sociale, contextuele, individuele en protectieve factoren van het risico op geweld bij jongeren van 12 tot 18 jaar die jeugddelicten pleegden.
- De crisis-monitor. Dit is een set samenhangende observatieschalen waarmee risico’s van escalatie bij patiënten op acute psychiatrische opnameafdelingen kunnen worden getaxeerd. Hierin zijn o.a. volgende instrumenten opgenomen:
- BVC-Brøset Violence Checklist: om dagelijks de aanwezigheid van verwardheid, geïrriteerdheid, luidruchtigheid, fysiek bedreigend zijn, verbaal bedreigend zijn en aanvallen op voorwerpen te scoren. Dit helpt bij het identificeren van voorspellers van agressie en controleverlies.
- BPRS - Brief Psychiatric Rating Scale: om wekelijks de samenstelling en ernst van een breed scala aan psychiatrische symptomen en gedragingen te objectiveren.
- Schaal van gevaar: om wekelijks het risico op gevaarlijk gedrag te meten.