Opvang en nazorg volgens het kringenmodel
Het kringenmodel vertrekt van het herstelvermogen van diegene die een incident met grensoverschrijding of agressie meemaakte en geeft kringsgewijs weer hoe de getroffene omringd wordt door mensen die een rol spelen in opvang en nazorg na een incident. Stapsgewijs naar meer hulpverlening.
Hoe je jouw opvang en nazorg organiseert is afhankelijk van de mogelijkheden binnen jouw organisatie. Het kringenmodel is een generiek model en kan je als uitgangspunt gebruiken bij het ontwikkelen of optimaliseren van jouw opvang en nazorgprocedure.
De getroffene staat centraal
Een belangrijk uitgangspunt van dit model is dat de getroffene en diens veerkracht centraal staan. Bevorderen van herstel begint bij de getroffene. Geef hem of haar autonomie over het eigen welzijn. De meeste volwassenen zijn in staat om op eigen kracht de draad weer op te pakken na een schokkende gebeurtenis. Kinderen en jongeren moet je hier mogelijks in begeleiden en ondersteunen. Luister goed naar ze. Geef ze autonomie en inspraak. Zij weten het best wat ze nodig hebben.
Volstaan de eigen krachten niet? Zoek dan steun in de omliggende kringen. Eerst in het eigen vertrouwde netwerk en gaandeweg naar hulpverlening. De steunfiguren kunnen problemen signaleren en doorverwijzen of adviseren om steun te zoeken bij de volgende kring.
Vier kringen
De eerste kring bestaat uit het vertrouwde netwerk: vrienden, familie, kennissen, rechtstreekse collega’s of groepsgenoten. Opvang door het natuurlijk netwerk is essentieel. Liefst in de eigen afdeling, of door bevriende collega’s, geliefde begeleiding, groepsgenoten en het thuisfront. Hun zorg, steun, erkenning en aandacht verminderen de hulploosheid en zijn vaak van grotere betekenis dan formele steun.
De tweede kring bestaat uit georganiseerde steun door collega’s, een nazorgteam of leidinggevende. De afstand is iets groter dan met personen in de eerste kring, maar je kan ze nog relatief makkelijk benaderen. Zij kunnen de stap van de tweede naar de derde kring begeleiden. De leidinggevende of coördinator speelt een cruciale rol in het creëren van een ondersteunende werkomgeving en het monitoren van zijn collega's. Ze zorgen houden het welzijn van de professionals in de gaten en wijzen mee op de mogelijkheden van beschikbare hulp.
De derde kring bestaat uit eerstelijnszorg: artsen, arbeidsgeneesheren en maatschappelijk werkers. Pas als er sprake is van ernstige psychische of psychosociale problematiek wordt naar de vierde kring verwezen.
De vierde kring bestaat uit psychologen, therapeuten en psychiaters. Je verwijst door bij een zware psychische of psychosociale problematiek. Doe dit pas als de andere bronnen niet meer volstaan en als de reacties na 1 maand niet afnemen.