7 tips om te starten met een noodoproepsysteem
Waarom het warm water opnieuw uitvinden? Er zijn veel organisaties die ervaring hebben met een noodoproepsysteem en je kan de mosterd halen bij de bron: de leveranciers. Wout van ICOBA sprak met leveranciers van oproepsystemen en vijf organisaties delen hun tips en ervaringen.
Start met een projectgroep
Dat is wat Frederik Eneman van ASCOM aanraadt “Meestal is dit een ICT medewerker, een management vertegenwoordiger en zorgpersoneel of begeleiders”
ICT medewerkers hebben een goed zicht op de bestaande ICT infrastructuur, het beleid kan knopen doorhakken en het zorgpersoneel weet wat ze nodig heeft om veilig te werken.
Bepaal je budget
Niet enkel voor de aankoop van het systeem maar ook voor onderhoud, abonnements- en licentiekosten.
O.C. Sint Ferdinand gebruikte VIPA middelen om hun noodoproepsysteem te financieren. VIPA subsidieert de realisatie van duurzame, toegankelijke en betaalbare zorginfrastructuur.
Financiering voor noodoproepsystemen kan mee opgenomen worden bij nieuwbouw en verbouwingen binnen een klassieke VIPA-betoelaging en met een infrastructuurforfait.
Voor bestaande gebouwen binnen onder meer de sectoren jeugdhulp en personen met een handicap zijn er extra VIPA-subsidies voor preventie van agressie, vrijheidsbeperking of vrijheidsberoving. Hou de website van VIPA in de gaten voor de oproepronde van 2022.
Denk op voorhand na over functionaliteiten
De mogelijkheden zijn legio. Bepaal met je projectgroep welke functionaliteiten je wenst. Een overzicht:
- Wil je eenvoudige één- of tweerichtingscommunicatie of meerrichtingscommunicatie?
- Wil je bestaande of nieuwe alarmsystemen inbedden in het noodoproepsysteem? Denk aan deuralarmen, dwaal of vluchtalarm, brandalarm, stil alarm…
- Welke functies wil je bij de handsets: push to talk, spraakgestuurd zodat je niet hoeft op een knop te drukken om te praten, programmeerbare knoppen voor verschillende alarmtypes,…
- Wil je auditief en/of visueel alarmeren? Sommige toestellen bieden de mogelijkheid om kleurcodes toe te voegen waar je specifieke interventies aan koppelt.
- Wil je een noodoproepsysteem om te gebruiken binnen én buiten je voorziening? Voorzie dan toestellen voor intern gebruik. Ga je op huisbezoek dan neem je een smartdevice mee en verzend je een noodoproep nog steeds via 1 alarmcentrale.
Techneuten en gadgetfreaks krijgen het water in de mond. Al moet je je bewust zijn van de essentie: gebruiksgemak primeert.
Volgens Joost van Firecom moet je de vraag stellen “Hoe betrouwbaar wil ik het hebben? Gaat dit altijd werken? Het is aangewezen dat je enkel op een knop moet drukken. We zien vaak dat organisaties zich vergalopperen. Hou het realistisch.”
Maak goede afspraken
Gill Heylen van OC Sint Ferdinand benadrukt het belang van goede afspraken. Spreek de verschillende rollen bij een interventie af. Het neemt veel tijd in beslag maar het loont. Geef die afspraken ook zeker door aan nieuwe medewerkers.
Wellicht zal er een andere werkwijze zijn overdag dan in het weekend en tijdens huisbezoeken. In sommige afdelingen worden fysieke interventietechnieken ingezet, in andere groepen ligt de nadruk op Nieuwe Autoriteit en Geweldloos Verzet. De aard van de interventie kan dus verschillen naargelang de afdeling of leefgroep.
Afhankelijk van de technologie die je gebruikt kan je deze afspraken ook verwerken in je systeem. Zo kan je je verschillende soorten noodoproepen verzenden die elk een andere manier van interventie vragen.
Erika Coddens van Ons erf gaf ons in 2018 al wat informatie over hun oproepsysteem en bijhorende afspraken. In Ons Erf worden meerdere personen verwittigd bij het indrukken van het alarm. Een alarm krijgt voorrang op elke andere taak. Wie in de interventieploeg zetelt wordt dagelijks afgesproken op de dienst ortho-agogen, verpleegkundigen en de zorgmanagers.
Bij een noodoproep snellen minimum 2 personen onmiddellijk ter hulp. In de risico woningen zijn de alarmen ook verbonden tussen de groepen, zodat zij elkaar op elk moment van de dag kunnen ondersteunen. En, zei Erika, vergeet het belang van de technische kant niet. In ons Erf staat de technische dienst in voor het vlug herstellen van het noodsysteem.
Bereid je voor op weerstand
Een noodoproepsysteem invoeren is een stevige verandering. Gill Heylen: “Zet door, ook als er nog kritiek is op het systeem na implementatie. Er is altijd ruimte voor groei en verbetering. Het is een work in progress.”
Tim Leyssens van PC Wagenschot vult aan: “We kregen kritiek van begeleiders dat ze hun groep moeten achterlaten waardoor de crisis daar misschien escaleert”. Daarom maakten we de afspraak dat een effectieve crisissituatie altijd voorrang heeft op een potentiële crisissituatie. Dat wil zeggen dat je dan je groep even alleen moet laten. “
Soms lijkt het nut van een noodoproepsysteem niet even duidelijk. Zeker op momenten dat het goed gaat en er weinig agressie is, wordt het systeem wel eens vergeten. Of medewerkers beginnen het dan vervelend te vinden om steeds een extra toestel te dragen.
Het kan zijn dat een extra toestel weerstand oproept. Begeleiders hebben allicht een eigen smartphone en de telefoon van de leefgroep al op zak. Een derde is eentje teveel. Dit kan je vermijden met DECT.
Test de toestellen
Ons Erf test elke ochtend alle noodzoemers voor aanvang van de dienst. ’s Avonds worden ze allemaal opgeladen. De leidinggevende maakt de woning hierop attent.
Johan Versmissen van het Gielsbos beaamt dit: "In het Gielsbos worden de oproepsystemen dagelijks getest."
Evalueer de procedure
Gill Heylen: Evaluatie van de procedure is erg belangrijk , volg het goed op van in het begin. Het is een lang en tijdsintensief proces waarbij intensieve communicatie en afstemming belangrijk en nodig zijn.
Met dank aan Manuel Stegen, Frederik Eneman, Joost Eerland, Gill Heylen, Johan Versmissen, Erika Coddens en Herman Devriese.