Omgaan met instrumenteel agressief gedrag

Bij instrumenteel agressief gedrag gaat het erom dat de persoon de controle wil, 'de baas' wil zijn, de eigen zin of mening wil opleggen aan de ander. Bij dit soort gedrag roep je de persoon tot de orde en begrens diens gedrag rustig en kordaat.

Wat je moet weten over instrumenteel agressief gedrag

Typisch voor dit gedrag is dat de persoon uitzoekt voor welke emotie jij gevoelig bent. Tegelijk heeft deze persoon zichzelf in de hand en beheerst die de eigen emoties en gedrag. Hij of zij zoekt naar de juiste hoeveelheid agressie om de nodigde spanning, angst of onzekerheid bij jou op te wekken om zo controle over je te krijgen.

Weet dat het hier steeds gaat over een machtsspel. Laat je niet verleiden om inhoudelijk in te gaan op beledigingen of om zelf agressief te worden. De persoon daagt je bewust uit zodat je onzeker wordt en fouten maakt. Negeer provocaties. Zo geef je geen extra redenen om de druk op te voeren en zich nog agressiever op te stellen.

Omgaan met instrumenteel agressief gedrag in 5 stappen

Laat de ander rustig en duidelijk weten welk gedrag jou stoort en dat dit de grens van het toelaatbare overschrijdt.

Bijvoorbeeld: 'Ik merk dat je met je vingers trommelt en erg dicht naar me toe buigt'.
                      “Ik hoor dat je me lief, schattig en sexy noemt.' 

Begin steeds met ‘ik’ zodat het duidelijk is dat het om jouw visie, verlangens en grenzen gaat. Met jij-boodschappen loop je kans dat de ander zich beschuldigd, of op zijn fouten gewezen voelt. Geef zelf geen munitie om de discussie, de spanning of de agressie op te voeren.

Bijvoorbeeld: “Dat maakt me onrustig en zo kan ik me niet concentreren en je niet goed helpen.”
                      "Ik voel me hier ongemakkelijk bij en vind dit ongepast."

In deze stap kan je kiezen om je gevoelens al dan niet te benoemen. Door de kracht en overmacht van de ander openlijk te erkennen, stel je je niet per se zwak of onderdanig op. Je toont er je eigen kwetsbaarheid op een ‘sterke’ manier mee. Juist die menselijkheid kan de-escalerend werken. 
Anderzijds, als de ander je werkelijk bang wil maken of wil intimideren, geef je hiermee extra motivatie om het  gedrag voort te zetten. Als je twijfelt over de soort agressie kan je deze stap inzetten als test.

Stel de persoon daarbij voor de keuze. Gebruik systematisch de uitdrukking ‘ofwel …ofwel …’.
   Of je … (vul in met gewenst/positief gedrag) en ik … (vul in met de positieve consequentie)
   Of je  ….(vul in met het ongewenst gedrag) en ik … ( Vul in met de negatieve consequentie).
   Wat kies je?’

Bijvoorbeeld: 
“'Of je neemt meer afstand en dan kan ik me concentreren en je verder helpen. Of je blijft zo dicht en dan neem ik afstand en stop ik met deze taak. Wat kies je?'"
"Of je stopt hiermee en ik help je verder. Of je blijft me zo aanspreken en ik stop ons gesprek. Wat kies je?”

Gebruik zeker geen ‘als... dan ...', want dat klinkt als een vermanend vingertje en gooit olie op het vuur.

Door de ander duidelijk voor de keuze te stellen, zorg je voor een uitweg en minder gezichtsverlies.

Laat vervolgens een stilte. Laat de ander reageren. Laat je niet verleiden tot verder argumenteren want dan geef je munitie.

Uit de reactie zal automatisch blijken welke keuze hij of zij maakt. Benoem dat en ga daar mee verder.

Hou er ook rekening mee dat mensen tijd nodig hebben om te kalmeren. Meestal gaan ze over naar kritiek op regels of ze beginnen te zeuren. Gebruik dan ombuigtechnieken zoals bij frustratieagressie.

Voer de negatieve consequentie uit als de vorige stappen geen effect hebben.
Kies vanaf hier voor je eigen grenzen en veiligheid.

  • Verbreek het contact
  • Beëindig het gesprek
  • Ga weg
  • Verwittig je collega’s
  • Vraag zo nodig hulp