Help emoties en noden constructief te uiten

Boosheid, schaamte, angst en verdriet zijn normale emoties die horen bij het mens-zijn. Belangrijk is dat ze hun tijd en plaats krijgen. Vaak zit er een belangrijke boodschap en behoefte achter die gehoord willen worden.

Begin de ander dus niet onmiddellijk te troosten, tot rust te brengen of te begrenzen. Zeker bij verdriet of kwaadheid wordt nog te vaak gesust, tot rust gebracht, ontkend of onderdrukt. Maar opgekropte emoties kunnen ontsporen en zich uiten in extreem of agressief gedrag

Emotie is een signaal voor een behoefte

Help en ondersteun de zorgvrager om de eigen emoties en behoeften op te merken en te uiten. Help hem of haar hierop een antwoord te vinden door empathisch te luisteren.

Wie ruimte krijgt om emoties te delen, kan makkelijker de betekenis ervan achterhalen en is zo minder geneigd om de emoties te uiten in agressief gedrag. Zeker als er ingegaan wordt op de achterliggende behoefte.

Emotieregulatie in 4 stappen

Er is rust nodig om na te kunnen gaan wat er precies aan de hand is en wat de emotie betekent. Eerst en vooral bij jezelf als begeleider of zorgverlener. Let op je eigen ademhaling en lichaamstaal vooraleer je je richt op de zorgvrager. Help vervolgens hem of haar om rustig te worden door te helpen goed te ademen en door omgevingsprikkels te verminderen. Wandel of ga samen naar een rustige plek.

Neem elke vorm van zelfregulering serieus en ondersteun de ander daarin. Ga positief in op bijvoorbeeld ‘Laat me even razen’, 'Ik wil even bekomen’, ‘Laat me even met rust’ of ‘Dit zou mij nu helpen: ...’.

Merk boosheid, verdriet of angst op en help de ander er even heel bewust bij stil te staan. Een houding van onvoorwaardelijke aanvaarding is daarbij nodig.

Help de ander hierbij door zelf rustig te blijven en de emotie te erkennen en te aanvaarden door mee te voelen en er mee woorden aan te geven:

  • Benoem de emotionele lading van de lichaamshouding, een gebaar en/of een uitspraak. Gebruik daarbij termen als "je lijkt verdrietig", "je klinkt boos" of "je ogen stralen van enthousiasme". Vermijd interpretatie of oordeel. Hanteer daarom een vragende, of licht veronderstellende toon. Bijvoorbeeld: “Ik heb het gevoel dat…” of “Het lijkt voor mij wel of…”. Zo geef je de ander de kans om het gevoel te bevestigen of ontkrachten, zonder dat deze zich veroordeeld of aangevallen voelt.
  • Stop dan zelf even met praten.
  • Luister, observeer en veer mee.
  • Vraag eventueel ‘Waar zit die emotie in je lichaam? Waar voel je ze het hardst?" Dit helpt het gevoel behapbaar en hanteerbaar te houden.

Door de emoties van de ander te reflecteren of te spiegelen, leert deze de eigen emoties herkennen.
Jouw spiegelende reacties hebben ook een geruststellend en regulerend effect op de ander. Hij of zij leert daardoor dat emoties je niet hoeven te overspoelen en dat je kan leren om jezelf gerust te stellen. Dit geeft veerkracht en flexibiliteit.

Geef tijd om te voelen wat er gevoeld moet worden en om eerlijk te reflecteren.

Vraag:

  • Wat maak je nu zo boos/bang/verdrietig?
  • Wat precies raakt jou?
  • Welke nood of behoefte ligt daaronder?

Stel je nieuwsgierig op naar de betekenis van de emotie. Zo kan je diepere lagen onderzoeken en de essentie pakken. Dat helpt om de emotie om te zetten in constructieve taal.

Mogelijks gaat het over:

  • Een onvervulde behoefte, denk aan het gebrek aan verbinding, erkenning, honger, bewegen, ruimte, uitdaging, inspraak, autonomie, activiteit, aandacht, voorspelbaarheid, eerlijkheid, echtheid...
  • Een gemis aan (juiste) informatie.
  • Opgestapelde spanning.

Eens iemand de eigen emoties erkent als belangrijke signaalgevers herkent die ook sneller de behoefte die erachter schuilt.

Vat samen en stimuleer vrijwillige actie. Zeg bijvoorbeeld ‘Je voelt je boos en hebt behoefte aan duidelijkheid.’

Begeleid het denkproces naar een concrete actie. Vraag bijvoorbeeld ‘Is er iets dat jij hiermee wil doen? Wil je zelf een actie ondernemen? Is er een verzoek naar mij of naar de ander(en)?

Bied vorming, training en coaching aan

Voorzie in een aanbod rond verbindend communiceren, omgaan met eigen agressie, emotieregulatie, veerkracht, weerbaarheid en sociale vaardigheden. Zorg eventueel voor ondersteuningssessies voor de context zodat ook zij het leerproces mee kunnen ondersteunen in het dagelijks leven.