Wat zijn vrijheidsbeperkende maatregelen?
In verschillende sectoren worden soms andere definities en begrippenkaders gebruikt voor vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM). Dat zorgt wel eens voor verwarring. De Vlaamse overheid ontwikkelde een eerste reeks van algemene intersectorale begrippen en definities. Deze gelden voor welzijnsvoorzieningen, voorzieningen voor brede jeugdhulp en geestelijke gezondheidszorg.
Intersectorale definities van vrijheidsbeperkende maatregelen
Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn alle maatregelen die een beperking van de keuzevrijheid en/of de bewegingsvrijheid en/of contact met de buitenwereld van de zorggebruiker inhouden.
Deze term wordt hier begrepen in de zin van geïnformeerde toestemming in de Wet
Patiëntenrechten. De toestemming gegeven door de zorggebruiker (desgevallend zijn vertegenwoordiger)
voldoet aan volgende voorwaarden. Deze toestemming is vrij van dwang en richt zich op een specifieke
handeling. De toestemming wordt voorafgaand aan een handeling gegeven en is bovendien te allen tijde
herroepbaar, ook wanneer hierover voorafgaand afspraken gemaakt zijn. De toestemming wordt in
beginsel gegeven door de zorggebruiker zelf. Indien deze beslissingsonbekwaam is, geeft de wettelijke
vertegenwoordiger van de zorggebruiker toestemming.
Afzondering is het verblijf van een zorggebruiker in een daartoe speciaal voorziene individuele afzonderingskamer, hetzij in een andere individuele ruimte, welke hij niet zelfstandig kan verlaten.
Fixatie is elke handeling of elk gebruik van materiaal of medicatie die de bewegingsvrijheid van een persoon beperkt, verhindert of belemmert, waarbij de persoon niet zelfstandig zijn bewegingsvrijheid kan herwinnen. Fixatie kan op drie wijzen worden toegepast:
Fysieke interventie technieken. Dit zijn vormen van fixatie waarbij de zorggegruiker door één of meerdere hulpverleners op een fysieke wijze vastgehouden of geïmmobiliseerd wordt of waarbij de zorggebruiker op een fysiek gecontroleerde wijze verplaatst wordt of zich laat verplaatsen.
Mechanische fixatie: fixatie door middel van het aanwenden van mechanische hulpmiddelen bevestigd aan of in de directe omgeving van de zorggebruiker, welke niet zelfstandig door de zorggebruiker kunnen verwijderd worden. Hulpmiddelen voor het ondersteunen of corrigeren van de fysieke houding van de persoon bevestigd aan of in de directe omgeving van de persoon, en die niet zelfstandig door de persoon kan verwijderd worden, worden niet beschouwd als mechanische fixatie tenzij deze hulpmiddelen buiten hun oorspronkelijke doelstelling gebruikt worden.
Nota bij de definitie: In volgende situaties is er wel sprake van mechanische fixatie:
• Vermijden van zelfverwonding (bv. polsbanden, washandjes, armkoker)
• Prikkelreductie om escalatie te vermijden (blijfstoel, banden, stevige overall om uitkleden, scheuren of eten van stof te vermijden)
• Mechanische fixatie in het kader van valpreventie, bijvoorbeeld tijdens maaltijden
Medicamenteuze fixatie: fixatie door middel van het acuut en chronisch gebruik van medicatie.
Een afzonderingskamer is een specifieke, veilig ingerichte, hoog beveiligde ruimte welke de zorggebruiker niet zelfstandig kan verlaten.
In een eisenkader/referentiekader kan omschreven worden wat de vereisten zijn van ‘veilig ingericht’ en ‘hoog beveiligd’.
Binnenkort zal een uitgebreidere reeks begrippen en definities opnieuw worden voorgelegd aan het Managementcomité, maar de kernbegrippen blijven hetzelfde.